- Lammert Heringa werd geboren op 20 januari 1921 in Kortezwaag. Na het behalen van zijn HBS-diploma kwam hij in opleiding bij de wetenschappelijke afdeling van de Bataafse Petroleum Maatschappij in Amsterdam, om later uitgezonden te worden naar het voormalige Nederlands-Indiƫ. Deze opleiding stagneerde toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en de BPM-installaties en gebouwen in de hoofdstad werden verwoest door een bombardement van de bezetter.
Heringa liet zich toen inschrijven bij de universiteit van Groningen om medicijnen te gaan studeren. Hier weigerde hij de loyaliteitsverklaring te ondertekenen en dook onder in een kampeertent in de bossen van Noord-Laren. Na enige tijd ging hij weer naar Groningen terug en werd hij opgenomen in het gezin van prof. dr. H.J. Backer. Onder de schuilnaam 'Fokkinga' verspreidde hij illegale studentenbladen en Je Maintiendrai. Dit deed hij samen met zijn vriend, de Gorredijkster dokterszoon Hans Ebbinge. Toen het verspreidingsgebied voor de twee mannen te groot werd, zorgde A.E. Gorter (hoofd van de openbare ULO te Woldendorp) dat er hulp kwam van twee 17-jarige jongens. Een van de knapen ging wat onvoorzichtig te werk, waardoor hij in handen viel van een politieman die een NSB'er was. De jongen werd onder druk gezet en noemde de naam van Heringa. Deze kreeg een boodschap dat er te weinig kranten waren op het adres van zijn helper. Toen Heringa het pakket op 23 december 1943 wilde afleveren, deed een lid van de Sicherheitsdienst de deur open. Heringa werd naar het huis van bewaring gebracht en aan een zwaar verhoor onderworpen. Ondanks de mishandelingen heeft hij geen namen van andere verzetsmensen genoemd. Uit de gevangenis heeft Heringa professor Backer via een relatie een brief gestuurd, waarin de namen van mensen stond die onder moesten duiken.
Na vier weken gevangenschap in Groningen, werd Heringa via kamp Amersfoort naar Utrecht vervoerd om daar zijn vonnis af te wachten. Hier verbleef hij in de gevangenis aan het Wolvenplein. Hij werd veroordeeld tot drie jaar tuchthuis. Eind 1944 kwam hij in de jeugdgevangenis in Siegburg terecht, waar hij hongeroedeem en vlektyfus kreeg. Na de bevrijding is Heringa met een Amerikaans transport in Heerlen aangekomen, waar hij werd opgehaald door professor Backer. Hij werd opgenomen in het R.K. ziekenhuis in Groningen. Toen bekend werd dat hij aan zware tuberculose leed, werd hij via het sanatorium Hellendoorn naar Hoog-Laren overgebracht, waar hij op 28 april 1946 overleed. Na de crematie in Groningen is zijn urn bijgezet op de Algemene begraafplaats aan de Hegedyk in Gorredijk.
|